"Mam, hebben wij nog een hamer, nijptang en spijkers?' 'Wat moet je daar nou weer mee', vroeg ik mijn zoon die toen tien jaar was. 'Nou, we gaan een hut bouwen en dan heb ik een hamer, nijptang en spijkers nodig, hebben we dat ergens?' Dit deed mijn hersenpan kraken, gereedschap heeft geen lang leven in huize Beauluna, we zijn het altijd kwijt als we het nodig hebben. 'Ga maar in de schuur kijken of je daar wat spullen kan vinden, ik gebruik het niet', zei ik mijn zoon. Daar ging hij dan, op zoek naar de spullen die hij nodig had om een hut te bouwen. In de tussentijd ging ik op zoek naar de EHBO koffer, zal je zien dat hij bij de eerste klap al op zijn vingers slaat. Na een half uur zoeken kwam hij terug met een hamer, een waterpomptang en drie spijkers. Daar had hij natuurlijk niet genoeg aan dus kreeg hij geld mee om wat spijkers te kopen. Hij komt thuis met een klein zakje spijkers, daar gaat hij het vast niet mee redden, maar laat hij het maar oplossen dacht ik toen. De volgende ochtend ging hij op de fiets met zijn vriendje naar een plek waar stapels afvalhout lag. Gewapend met hamer, tang en een zak vol spijkers zouden ze een pracht van een hut gaan bouwen. Toen hij die avond thuis kwam was hij te vies om beet te pakken, zijn mond stond niet stil. 'Mam het was zo gaaf, we hebben echt een gave hut gemaakt, hij is nog niet af want dat gaan we morgen doen.' Hij bleef maar kletsen, ook aan de tafel tijdens het eten. Heerlijk om te zien dat mijn zoon zich geweldig had vermaakt. Zou ik dan toch een Bas de klusser in huis hebben? Nu is hij twintig en heb ik werkelijk geen idee of hij klussen nog leuk vindt. Hij doet een opleiding in de horeca en heeft een geweldige bedieningshouding. Ik geniet als hij de tafel gaat afruimen, als een ware prof stapelt hij de borden op, etensresten op het ene bord en het bestek er netjes naast. Het is geen Bas de bouwer geworden maar toch kan hij terug kijken naar een geweldige week hutten bouwen. Jaarlijks wordt deze happening nog gehouden zo aan het begin van de vakantie, afgelopen week hoorde ik een vriendin haar zoontjes erover praten. Ik moest weer even terug denken aan mijn eigen stoere menneke die genoten heeft van het bouwen.
Mijn broer en ik maakte werkelijk van al het bedlinnen van mijn moeder de meest gave tenten. Op zolder hadden wij een groot gedeelte en een klein gedeelte. Het grote gedeelte was mijn slaapkamer en het kleine gedeelte was een logeerkamertje. Daar stond onder het schuine dak een twee persoonsbed. Met beddenspreien en lakens wisten wij hier een supertent van te maken. In de balken zaten spijkers die wij erin geslagen hadden, je moet het sprei wel ergens aan vast kunnen prikken toch? Het was met recht een hele kleine ruimte, naast het bed aan het voeteinde was de trap naar beneden al. Wij hadden zoveel lol en zaten elkaar vaak achterna, tot die ene dag. We deden tikkertje en vlak voordat ik mijn broer kon tikken zakte hij weg in het trapgat en rolde van twee trappen tegelijk naar beneden. Ik ben nog nooit zo erg geschrokken. Ik keek door het trapgat naar beneden om te kijken waar mijn broer was gebleven. Bijna onder aan de tweede trap lag hij onderste boven op de trap. 'Ron, gaat het?' Ik kreeg niet gelijk antwoord en snelde de trappen naar beneden. Toen ik bij hem kwam keek hij een beetje duf en zei dat het best kicke was om van die trappen te glijden. Het kreng had gewoon helemaal niets aan de val over gehouden en ik... ik schrok me een ongeluk.
Mijn broer en ik maakte werkelijk van al het bedlinnen van mijn moeder de meest gave tenten. Op zolder hadden wij een groot gedeelte en een klein gedeelte. Het grote gedeelte was mijn slaapkamer en het kleine gedeelte was een logeerkamertje. Daar stond onder het schuine dak een twee persoonsbed. Met beddenspreien en lakens wisten wij hier een supertent van te maken. In de balken zaten spijkers die wij erin geslagen hadden, je moet het sprei wel ergens aan vast kunnen prikken toch? Het was met recht een hele kleine ruimte, naast het bed aan het voeteinde was de trap naar beneden al. Wij hadden zoveel lol en zaten elkaar vaak achterna, tot die ene dag. We deden tikkertje en vlak voordat ik mijn broer kon tikken zakte hij weg in het trapgat en rolde van twee trappen tegelijk naar beneden. Ik ben nog nooit zo erg geschrokken. Ik keek door het trapgat naar beneden om te kijken waar mijn broer was gebleven. Bijna onder aan de tweede trap lag hij onderste boven op de trap. 'Ron, gaat het?' Ik kreeg niet gelijk antwoord en snelde de trappen naar beneden. Toen ik bij hem kwam keek hij een beetje duf en zei dat het best kicke was om van die trappen te glijden. Het kreng had gewoon helemaal niets aan de val over gehouden en ik... ik schrok me een ongeluk.
Tot de volgende wonder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten