Bij dit verhaal ga ik een eind terug in de tijd. Op een koude ochtend ging ik de schuur in om mijn fiets te pakken om naar school te gaan. Ik doe het licht aan en zie op de vrieskist een potje staan met allemaal blaadjes erin. De diepere bedoeling begreep ik niet maar enfin, ik zet het potje tussen de rest van de potjes spijkers en andere frutsels bovenop de plank. Niets vermoedend ga ik naar school en kom later die dag thuis. Zo'n vijf dagen later vind ik mijn broer huilend in de keuken. Ik vraag hem wat er aan de hand was en hij zei me dat zijn huisdieren weg waren. Ik snapte er niets van, we hadden thuis helemaal geen huisdieren. Ik gooi mijn tas in de hoek van de keuken en schenk een glas limonade in. 'Over welk huisdier heb je het dan?' 'Nou, ik heb van een vriendje zijn wandelende takken gekregen om erop te passen, hij is op vakantie en wat moet ik zeggen als hij straks thuis komt?' Tijdens een slok limonade herinner ik me een jampot met blaadjes; 'wandelende takken?' zeg ik verbaasd. 'Wat zijn dat voor beesten dan, ik kreeg er geen beeld bij. 'Het zijn kleine beestjes die eruit zien als takkies van een struik, nu zijn ze pleite.' 'Waar had je ze dan neergezet?' 'In de schuur op de vriezer, als ma erachter kom trapt ze ze dood. Zou ma ze gevonden hebben of nog erger hebben weggegooid?' Ik durfde niet te vertellen dat ik het potje op de plank had gezet, ik wilde eerst kijken of het potje er nog stond, straks zijn ze dood en dan? Ik ging naar de schuur en het potje stond nog braaf tussen de spijkers, nu kijken of ze nog leefde. Na wat te hebben geschud zie ik echt geen beweging in het potje, op wat verdorde blaadjes na dan. Ineens staat mijn broer achter me en zegt; 'waar heb je die nou vandaan? ''Ze waren achter de vriezer gerold' lieg ik. Mijn broer doet het potje open en haalt er 3 enge beestjes uit die er echt uitzien als een tak. 'Je ziet ze amper, dit kunnen toch geen beesten zijn?' Ineens zit er beweging in en ik begin hysterisch te gillen, getverdegetver! Wat een gore dingen zijn dit zeg, ik ren de schuur uit gevolgd door mijn broer die heel blij is dat die dingen nog leven en probeert mij bang te maken.
Daar is hij goed in geslaagd, ik wist niet meer waar ik het zoeken moest. 'Ga weg met die vieze beesten of ik vertrap ze!' Mijn broer kon een echte treiterkop zijn, zo ook die dag. Hij was blij dat ze nog in leven waren maar ik niet. Elke ochtend als ik de schuur in moest om mijn fiets te pakken werd ik begluurd door die smerige beesten. Je zag ze niet tussen al die bladeren en dat was maar goed ook. De rillingen lopen bij het zien van die beesten weer over mijn rug. Hij hield het stil en treiterde me er niet meer mee. Ik had gezegd dat als hij me nog één keer achterna kwam dat ik het aan ma zou vertellen, het heeft geholpen en na een week waren ze eindelijk uit de schuur verdwenen.
Tot de volgende wonder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten